Alles over...


Alles over... verlossing

Hoofdstuk 6

Als God liefde is, waarom moest er dan bloed vloeien?

Soteriologie: de leer van de verlossing
(Soteria = verlossing)

Dit onderdeel van de theologie gaat in op

  • de betekenis van de verlossing (vraag 91 t/m 98)
  • de werking van de verlossing (vraag 99 t/m 101)
  • de gevolgen van de verlossing (vraag 102 t/m 111)

Introductie op het hoofdstuk 6

De belangrijkste termen in dit hoofdstuk sluiten aan bij de samenvatting van de toestand van de mens in vraag 81.5.

Toestand van de mens

Oplossing door Christus

Vervreemding

Verzoening

Veroordeling

Rechtvaardiging - vrijspraak

Schande

Eerherstel en zoonschap

Verslaving

Verlossing - redding

Verdorvenheid

Nieuwe natuur/wedergeboorte

Het hart van het evangelie
De leer van de verlossing raakt de kern van het christelijk geloof. In de loop van de tijd zijn er veel ideeën over ontstaan. Een aantal van die ideeën halen de kern uit het evangelie, zodat er niet veel van overblijft.
Als we de verlossing goed willen begrijpen moeten we de bijbelse beelden, teksten en begrippen laten spreken. Dat is stevige kost, maar van levensbelang!

Kerkgeschiedenis 
De leer van de verlossing was het hoofdthema van de Reformatie. Luther herontdekte de boodschap van genade: behoud is een geschenk waar we als mens niets voor kunnen en hoeven doen. Omdat dit in die tijd een nieuwe visie was, benadrukten de reformatoren de juridische kant van de verlossing: vrijspraak, de rechtvaardiging door het geloof.
Maar juridische termen konden het werk van Christus niet omvatten. In de bijbel wordt een tweede kant genoemd: de relatie met God wordt hersteld. Dit kan dus alleen in relationele termen worden uitgelegd. De gelovige wordt hersteld in zijn positie als kind van God, in de positie van volwassen zoon/dochter.
Oosterse en islamitische culturen benadrukken nog een ander aspect. Ongehoorzaamheid is belediging van God en brengt schande over de mens. De oneer moet worden weggenomen voordat er herstel van de relatie kan zijn. Jezus heeft onze schaamte gedragen en eerherstel bewerkt.

Achtergrond   
In de loop van de kerkgeschiedenis hebben allerlei stromingen verschillende aspecten van de dood van Christus benadrukt. De drie belangrijkste ideeën over de verzoening op een rij:

  1. De dramatische verzoeningsleer. Aan het kruis werd de macht van Satan gebroken.
  2. De objectieve verzoeningsleer. God moet de mens straffen of genoegdoening van de mens eisen. Alleen Jezus kan de straf dragen en door zijn voorbeeldig leven genoegdoening schenken. Door zijn sterven wentelt hij de straf voor de mens af en kan hij eeuwig leven schenken.
  3. De subjectieve verzoeningsleer. Aan het kruis vindt een brute moord plaats en wie ziet dat God juist in zijn opofferende liefde zover gaat, zal geraakt worden en God gaan liefhebben. Deze subjectieve leer is meer emotioneel. Verzoening vindt plaats wanneer de mens er persoonlijk bij betrokken raakt.

Breed
Het werk van Christus is zo indrukwekkend en breed dat het moeilijk in woorden kan worden uitgedrukt. Het Nieuwe Testament gebruikt daarom veel verschillende termen die allemaal een aspect van de betekenis weergeven.
In de evangeliën lezen we de gebeurtenissen zelf (de heilsfeiten). In Handelingen zien we de uitwerking in de ervaring van de gelovigen. In de brieven wordt de diepe betekenis van de feiten uitgelegd.

Memorisatieverzen

Marcus 10:45

‘…de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’

Handelingen 4:12

‘Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’

Romeinen 6:22

‘Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God, oogst u toewijding aan hem en zelfs het eeuwige leven.’

Reageer op de introductie van Hoofdstuk 6


Vraag 91. Wat houdt Gods redding in?

De woorden redden en redding komen van de stam sozo, die ruim 150 maal voor komt in het Nieuwe Testament.

De verschillende betekenissen van het woord zijn:
- Bevrijding uit direct fysiek gevaar (Handelingen 27:30).
- Genezing van ziekte (Marcus 10:52).
- Ontkomen aan Gods oordeel (Matteüs 10:22, 24:13).
- Bevrijding van de invloed en de macht van de zonde (Matteüs 1:21).

Het woord redden gaat in bijna alle gevallen over Christus: hij is de basis, de inhoud en het doel van redding.

Centrale tekst
Handelingen 4:12

De naam redder wordt alleen toegepast op Jezus (‘God redt’) en op God. Redding betekent vergeving van zonden en een nieuwe relatie met God. We worden gered:

- Van Gods toorn
Romeinen 5:9

- Om te delen in de luister van Jezus                                                 
2 Tessalonicenzen 2:13-14

Overzicht van het thema redding

- God wil dat iedereen wordt gered: 
1 Timoteüs 2:4

- Dit is waarom Jezus naar de wereld kwam:
1 Timoteüs 1:15

- Redding ligt in het heden:
2 Timoteüs 1:9

- Maar ook in de toekomst:
2 Timoteüs 4:18

Reageren


Vraag 92. Wat betekent verlossing in Christus?

Het begrip verlossing komt naar voren komen in drie woordgroepen: (aan)kopen, verwerven en verlossen. Het gaat hierbij om het beeld van bezit, kopen en de prijs die wordt betaald. Het drukt de geweldig grote waarde van de mens uit en de hoge prijs die Jezus heeft betaald om ons te redden.

(Aan)kopen (agorazein)
Krijgsgevangenen werden op de markt gekocht en verkocht.
De belangrijkste teksten waarin het woord voorkomt
1 Korintiërs 6:19-20
2 Petrus 2:1
Openbaring 5:9

Het woord exagorazein is sterker en betekent terugkopen of kopen (van)uit.
Galaten 3:13
Galaten 4:5

Verwerven (peripoiein)
Slaat vooral op de hoge prijs die is betaald
Handelingen 20:28

Bevrijden (lutrein) door het betalen van losgeld. Het slaat op de prijs die op de slavenmarkt werd betaald voor een slaaf. Het begrip wordt vertaald met verlossen, vrijkopen, vrijlaten. De bekendste teksten zijn
Titus 2:14
1 Petrus 1:18
Matteüs 20:28         
1 Timoteüs 2:6
Romeinen 3:24

Conclusie: Christus heeft in onze plaats door zijn dood aan het kruis de losprijs betaald en ons vrijgekocht als slaaf van de zonde. We zijn nu zijn eigendom.

Reageren


Vraag 93. Wat betekent de verzoening door Christus?

Ons Nederlandse woord verzoening omvat twee aspecten in het bijbelse denken. Het ene aspect is vooral gericht op God: genoegdoening. Het andere is meer gericht op de mens: verzoening.

1. Gericht op God: genoegdoening
Het Oude Testament spreekt bijna 600 keer over Gods woede
Jeremia 21:12
Ezechiël 16:38, 23:25, 24:3 en 13
Het kwaad is zo ernstig en maakt zoveel kapot dat God er woedend om is. Waar zonde is, is dus ook Gods toorn. Dit eist een oplossing: er moet iets worden gedaan dat het goed maakt, iets dat genoeg is. Pas dan kan God weer in genade naar ons kijken.

Het Hebreeuwse woord voor genoegdoen(ing) is bedekken (kafar). De zonde van de mens werd door de offers bedekt, zodat God de zonde niet meer zag.
Bloed is een symbool van het leven. Vandaar alle voorschriften over de offers. Dierenbloed werd geofferd (verbrand) op het altaar in de tempel. Eens per jaar werd bloed op de verzoeningsplaat (letterlijk de bedekking) gegoten dat op de ark van het verbond lag. De verzoeningsplaat was de plaats waar de heilige God door het offer de zondige mens weer kon ontmoeten (Exodus 25:22).

Het bloed van dieren bedekte de zonde, maar wegnemen kon het dit niet. Uit het Nieuwe Testament blijkt dat de offers slechts een tijdelijke oplossing waren. Al deze offers verwezen naar het offer (het bloed) van Christus.

Het Griekse woord voor dit gebeuren is hilasmos. Hierbij gaat het om de manier waarop de verzoening tot stand wordt gebracht, namelijk door middel van een offer. Gods woede wordt afgewend door een offer en daardoor kan God ons weer ‘verdragen’.
1 Johannes 2:2 en 4:10
Romeinen 3:25
Hebreeën 4:16
Hebreeën 9:28

Conclusie
Door Christus’ dood is voldaan aan de eis van Gods heiligheid zodat hij niet meer in woede naar ons kijkt en de weg voor ons is geopend om contact met hem te hebben.
Dit is een objectieve werkelijkheid die geldt voor heel de mensheid.

2. Gericht op de mens: verzoening

Het Griekse woord katalasso betekent ‘met elkaar verzoenen’, een slechte relatie wordt hersteld. In Christus komen we in een nieuwe positie en in een nieuwe relatie met God. Niet Gód wordt verzoend, maar de mens. Deze actie is dus gericht op de mens
Romeinen 5:10
2 Korintiërs 5:18-19

Een mens kiest zelf of hij van de mogelijkheid van verzoening gebruik maakt. De ruimte die er door het werk van Christus is gekomen wordt dan persoonlijk toegepast. Daarom staat in 2 Korintiërs 5:20 de oproep ‘laat u met God verzoenen.’

Reageren


Vraag 94. Betekent dit dat nu alle mensen verzoend zijn met God?

Op grond van bijvoorbeeld 2 Korintiërs 5:18-19 en 1 Johannes 2:2 denken sommige theologen dat de verzoening voor alle mensen is bereikt en automatisch op hen wordt toegepast. Dit heet de leer van de alverzoening: alle mensen worden uiteindelijk met God verzoend.

Ook deze teksten lijken hierbij aan te sluiten:
Romeinen 3:24
Kolossenzen 1:19-20

Het behoud is voor alle mensen beschikbaar. Maar de verzoening wordt pas van kracht voor degenen die Christus aannemen
Handelingen 17:29-31

De mensen die antwoorden op Gods uitnodiging ontdekken dat het oordeel achter hen ligt: op Golgota. Zij hebben deel gekregen aan de verzoening in Christus. Maar degenen die hem afwijzen hebben geen deel aan de verzoening. Zij hebben het oordeel nog vóór zich:
Johannes 3:36
Hebreeën 10:29

De bijbel leert dus géén alverzoening (of universalisme)

De theorie van de alverzoening is in strijd met de ruimte die God de menselijke wil heeft gegeven. Als alle mensen behouden zouden worden zou er geen ruimte zijn voor de vrije wil. God zou onze vrije wil dan niet serieus nemen.

Reageren


Vraag 95. Waarom was dat bloedvergieten nodig?

1. Symboliek
God doet veel moeite om dat aan ons uit te leggen. In het Oude Testament gebruikt hij zichtbare voorbeelden zoals de offers, de ark en de tabernakel/tempel. De hele symboliek gaat over de vraag hoe een zondig mens weer contact kan krijgen met een heilige God. Ieder onderdeel ervan benadrukt een aspect: kleuren, materialen, patronen, etc.

Exodus 25:10-22 In de ark van het verbond lagen o.a. de stenen tafelen. Wanneer God naar de mens keek, zag hij de wet die hij hen had gegeven en dat zou de dood van het volk betekenen, omdat ze deze wet hebben overtreden.

Dit beseften de mensen:
Exodus 19:16-23
Exodus 20:18-20

Daarom lag er op de ark een verzoeningsplaat waarop eenmaal per jaar bloed werd gegoten:
(Leviticus 16:14). Door de offers ziet God zijn volk als het ware 'onder het bloed', totdat eens het volmaakte offer van Christus zou worden gebracht.
Hebreeën 12:24

Een testament wordt alleen van kracht als degene die het heeft geschreven is gestorven. Dan pas komt de erfenis toe aan de erfgenamen. Het bloed is het bewijs van de dood. Jezus is gestorven, daardoor kan zijn testament (de belofte dat we zullen worden hersteld als zonen en dochters van God) worden vervuld:Hebreeën 9:15-18 Na het overlijden van de erflater ontvangt de erfgenaam het toegezegde bezit. Dit verbond kon ‘niet zonder bloed [worden] ingewijd.’ Er moest bloed vloeien!

In het Nieuwe Testament heeft God zelf een slachtoffer gegeven, zijn Zoon die zijn leven voor ons gaf:
Johannes 1:29
Johannes 10:17-18                                                                               
Hebreeën 9:24-26

Reageren


Vraag 96. Wat betekent rechtvaardiging?

Het begrip rechtvaardiging komt in het Oude Testament ruim 400 keer en in het Nieuwe Testament 229 keer voor.

Rechtvaardiging (dikaiosune)
= een juridische term
= een rechte positie tegenover God die hij ons geeft

God is rechtvaardig, hij is de bron van het recht:
2 Timoteüs 4:8
Hij mag zijn recht op ons toepassen omdat hij ons heeft gemaakt. Hij is een God van recht. Hij wil dat mensen leven in overeenstemming met zijn wet en karakter.

Iemand die zondigt, overtreedt Gods wet (zijn recht):
Psalm 143:2

Goede werken vormen geen enkele grond voor vergeving. Deze rechtvaardiging is dus geen verdienste, maar een geschenk
Filippenzen 3:6-9

Apologetiek 15  
Als God mijn goede en slechte daden weegt, hoop ik dat mijn goede daden het zwaarst wegen.

God kan alleen vergeven door Christus:
Romeinen 3:21-26
Romeinen 9:30-32

De gerechtigheid van Christus wordt ons toegerekend. Rechtvaardiging brengt de gelovige in een nieuwe positie voor God: hij ziet ons als vergeven, smetteloos, zonder zonde.

Als we door geloof worden gerechtvaardigd, waarom wordt de wet in het Nieuwe Testament dan herhaald en niet volledig afgeschaft?

Jezus zegt dat onze gerechtigheid groter moet zijn dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën (zie Matteüs 5:19-20) en dat wij volmaakt moeten zijn zoals onze hemelse Vader volmaakt is (5:48).

De wet is volbracht en vervuld door Christus (Matteüs 5:17). Daarom heeft de wet zijn functie vervuld als maatstaf voor gerechtigheid en veroordeling. De wet heeft de mens zijn zonde getoond en hem tot Christus geleid:
Galaten 3:24
Romeinen 6:14

Maar de principes die de grondslag zijn van de wet blijven gelden omdat ze eeuwige principes in Gods koninkrijk zijn. Deze principes zijn in werkelijkheid veel zwaarder omdat ze niet gericht zijn op minimumeisen waaraan juridisch moet worden voldaan, maar op het maximum-leven dat God heeft bedoeld. Daarom worden de basiswetten in het Nieuwe Testament verder verdiept.

Als christen leven we daarom onder een nieuwe wet:
Galaten 6:2
Romeinen 8:2
Romeinen 13:9
Johannes 13:34-35

Daarom wordt deze wet de volmaakte wet genoemd:
Jakobus 1:25 en 2:12
Jakobus 2:8

Deze wet eist dus veel meer van ons. Hier gaat het over de gehoorzaamheid van het geloof, als gevolg van de verlossing. Vervulling van deze wet is gebaseerd op het leven van Christus in ons, in de kracht van de heilige Geest. Want we kunnen de wet (ook nu nog steeds) niet uit onszelf vervullen.

Reageren


Vraag 97. Wat betekent adoptie?

Woordstudie   Huiothesia
Letterlijk betekent het ‘tot zoon/dochter stellen’. Paulus gebruikt de term vanuit de Joodse religieuze achtergrond. Israël wordt vanaf het begin van zijn bestaan ‘zoon van God’ genoemd in Exodus 4:22, Jesaja 1:2.

In Galaten 4:1-7 bedoelt Paulus een kind, dat onder de externe voogdij (van de wet en de machten van de wereld) vandaan wordt gehaald, in zijn positie in de familie wordt hersteld en wettelijk de rechten van een volwassen familielid ontvangt. Hierbij werden de fouten, blokkades, schande en openstaande schulden van de onmondige afgelost. Hier moest een losprijs voor worden betaald (apolutrosis in 92.3. en 95.1). Dit heeft Christus voor ons gedaan (zie Galaten 4:5).

De mens staat onder invloed van de duivel, omdat hij trots en arrogant is geworden tegenover God. Zo hebben we God beledigd. Maar door eerherstel krijgen we een nieuwe positie:
Johannes 1:12-13

God neemt ons dan aan tot zijn volwassen kind:
Efeziërs 1:4-5 (NBG)
Romeinen 8:23
Galaten 4:5 (NBG)
Romeinen 8:15-17 (NBG)

In het Oude Testament komt de naam van God als Vader slechts 18 keer voor.
In het Nieuwe Testament lezen we dit woord 276 keer!

Uit deze verlossing en het ‘gesteld worden tot volwassen zonen en dochters’ komen een aantal voorrechten voort:
Je bent nu hersteld als deel van Gods gezin
Efeziërs 1:4-5

De schaamte en schuld van je verleden is weg
2 Korintiërs 5:17
Jesaja 54:4-8

Je hebt een Vader en oudste Broer die door de heilige Geest altijd bij je zijn Johannes 14:16-18 en 23
Je mag delen in de erfenis van Jezus
Romeinen 8:15-17

In Jezus heb je rechtstreeks toegang tot de Vader door de Geest
Efeziërs 2:18 en 3:12

Je bent een volwassen kind: je relatie met God is niet langer afhankelijk van de leermeesters en bewakers van je cultuur
Galaten 3:24-25

Als je struikelt word je niet verworpen, zo lang je je fouten erkent en ervan leert
1 Johannes 1:3-2:2

Je draagt verantwoordelijkheid in het werk van de Vader als partner om samen met de Zoon en de Geest te getuigen in de wereld
Johannes 14:12, 15:8 en 26-27
2 Korintiërs 5:20 en 6:1

Als je blijft in (de geboden van) Christus, mag je de nieuwe bankpas en pincode gebruiken, inclusief een oneindig tegoed
Johannes 15:7 en 10

Vul je eigen naam in Matteüs 3:17 in en denk na over wat je hemelse Vader tegen je zegt:

‘……………., je bent mijn geliefde zoon/dochter, in jou vind ik vreugde.’

Reageren


Vraag 98. Wat betekent eerherstel?

De islamitische en oosterse culturen zijn sterk gericht op eer, aanzien, gezichtsverlies, belediging, schaamte, eerwraak en eerherstel.

Als in een islamitische cultuur een slaaf zondigt, kan de eigenaar zijn slaaf vergeven zonder verdere gevolgen. Zonden die in de oosterse cultuur niet zomaar vergeven kunnen worden, zijn overtredingen die de naam van de familie schaamte brengen. Bijvoorbeeld een zoon die zijn vader in het openbaar beledigt of een dochter die ontucht pleegt. Dan wordt de naam en eer van heel de clan aangetast.

In het ergste geval wordt de dochter of zoon door de oudste broer omgebracht (eerwraak). Tegenwoordig wordt de boosdoener uit de familie gezet en weggestuurd. Als een vader wil dat zijn zoon of dochter terugkomt, keert ook de schande op de familie terug. In de meeste gevallen wordt de schande pas opgelost bij het overlijden van de vader.

Uit al zijn schepselen heeft God de eerste mensen, Adam en Eva, gekozen om zijn kinderen te worden. Door het woord van hun Vader te negeren en in plaats daarvan te luisteren naar de leugens van Gods vijand, hebben Adam en Eva Gods familienaam beledigd. Door het volbrengen van de wil van de duivel hebben zij als het ware een andere vader gekozen. Als resultaat kenden de mensen voor het eerst schaamte en verborgen zij zich: eerst achter bladeren van vijgen, toen achter de bomen, uiteindelijk verstopte Adam zich achter Eva, en Eva achter de duivel. Uit zorg voor zijn heilige naam moest God Adam en Eva uit het paradijs wegsturen.

Jezus is de tweede Adam, de oudste broer ‘van talloze broeders en zusters’ (Romeinen 8:29). Hij schaamde zich er niet voor dat hij onze broeder werd (Hebreeën 2:11). Hij is onze ‘losser’. Jezus nam de verantwoordelijkheid op zich om ons te helpen en de naam van de Vader te redden. Hij nam de schande en oneer van ons op zich. Het kruis is de plaats van schande (Hebreeën 12:2).

Door het werk van Jezus schaamt God zich er niet meer voor dat hij onze God is (Hebreeën 11:16). Het is nu weer helemaal goed in de familie: ons erfdeel ligt weer voor ons klaar.

De gelijkenis van de verloren zoon in Lucas 15:11-32 is het verhaal van de vader die de schande van zijn zoons zelf op zich nam.

Conclusie

Eerherstel betekent:
- Onze schande en oneer zijn weggenomen doordat Jezus deze als de oudste zoon heeft gedragen aan het kruis.
- Onze positie wordt hersteld: we zijn weer deel van Gods familie, inclusief alle rechten en eer van een volwassen erfgenaam. We hoeven ons niet meer te schamen en God schaamt zich niet voor ons.

Reageren


Vraag 99. Wat moet een mens doen om behouden te worden?

Een mens kan zelf niets doen om behouden te worden. Verlossing is het werk van God:
Efeziërs 2:8-9

Een mens kan dat cadeau afwijzen als hij denkt dat hij het niet nodig heeft. Dat noemt de bijbel ongehoorzaamheid. Het gevolg is dat de toorn van God op hem blijft:
Johannes 3:36

Soms worden naast geloof andere dingen geëist, zoals doop, overgave en het goedmaken van dingen of God smeken om redding. Maar dit werkt verwarrend en vertroebelt het evangelie.

Beslist God vooraf of iemand wordt uitverkoren of verdoemd?

Pelagius (een Britse monnik uit de vijfde eeuw) stelde tegenover de toenmalige heidense gedachte van het noodlot (alles wat er gebeurt is onvermijdelijk, er bestaat geen vrije wil) dat de menselijke wil volkomen vrij is. De mens is zedelijk neutraal, erfzonde bestaat niet. De mens is in staat in eigen kracht Gods wil (het goede) te doen.

Hiertegenover staat Augustinus. Hij kende de diepe strijd rond het heil heel persoonlijk. Augustinus leerde dat de mens niets kan doen om gered te worden. Hij gaat zonder persoonlijk ingrijpen van God naar de hel.

Op de synode van Efeze (431) werd gekozen voor een tussenweg, het semi-pelagianisme. Dit is een ‘synergetische’ visie: God en mens werken samen, terwijl God vooruit kan zien wat de mens zal kiezen.

De hervormers steunden vooral op Augustinus. Calvijn werkte vooral (de gevolgen van) de zondigheid van de mens verder uit. Hij benadrukte de verdorvenheid van de mens en het noodzakelijke ingrijpen van God in de bekering. Omdat hij geen uitgewerkte totaalvisie had, ontwikkelden zijn volgelingen zijn leer verder. Zo benadrukte Gomarus Gods wil in verkiezing én verwerping. God is vrij om te verkiezen of te verwerpen wie hij wil. In zijn ‘onweerstaanbare genade’ schenkt hij het geloof. Het heil hangt in geen enkel opzicht van de mens af.

Hij kwam in conflict met Arminius, die het gevaar benadrukte dat in deze visie God de auteur van het kwaad dreigde te worden. God wordt zo partijdig en onrechtvaardig. Het leidt tot een deterministisch systeem. Arminius stelde het geloof, de verantwoordelijkheid van de mens en de vrije wil centraal.

Hun volgelingen verzochten de synode een uitspraak te doen en de belijdenisgeschriften op dit punt aan te passen en te verduidelijken. De Remonstranten (remonstrantie = betoog, protest) vatten hun visie in vijf punten samen. De contraremonstranten deden dit in zeven punten.

Intussen bracht het meningsverschil een heftige onderlinge strijd tussen de gewesten van de Nederlanden, die uitmondde in twisten en zelfs terechtstellingen.

De synode van Dordrecht (1618-1619) koos voor een gematigde visie, zowel tegen de Remonstranten als tegen de ultracalvinisten. In de Dordtse leerregels worden de vijf punten van het Calvinisme samengevat:
- Totale verdorvenheid (niemand krijgt door zijn eigen verdienste toegang tot God)
- Onvoorwaardelijke uitverkiezing (God kiest mensen uit zoals hij wil)
- Beperkte verzoening (het offer van Christus geldt alleen voor degenen die uitverkoren zijn, het offer geldt niet voor de ongelovigen)
-  Onweerstaanbare genade (als God je uitkiest, kun je hem niet tegenhouden; uiteindelijk zul je toegeven aan het werk van de Geest)
- Volharding van de heiligen (als je eenmaal bent gered, kan niets dat nog veranderen)

Wesley reageerde tegen de dubbele uitverkiezing en koos de Arminiaanse kant.

Wat opvalt bij deze discussie:

  1. Vaak zijn ontwikkelingen in de (kerk)geschiedenis een tegenreactie op wat er daarvoor is gebeurd.
  2. Politiek en kerkelijk beleid beïnvloeden elkaar sterk en lopen vaak door elkaar heen.

Uitverkiezing (predestinatie) = God heeft een soeverein plan met de wereld, met de volken en met ieder mens persoonlijk. Hij heeft sommige mensen vooraf uitgekozen om behouden te worden.

Dubbele uitverkiezing = Zoals God sommige mensen vooraf heeft uitgekozen om te behouden, zo heeft hij ook bepaald dat anderen voor eeuwig verloren gaan.

Over de uitverkiezing:
Efeziërs 1:4-12
Romeinen 8:28-30
2 Tessalonicenzen 2:13
2 Timoteüs 1:9
1 Petrus 1:2

Over de dubbele uitverkiezing:
Romeinen 9:22
1 Petrus 2:8
Judas 4

Reageren


Vraag 100. Wat betekent ‘je bekeren’?

1. Wandel
De mens is als gevolg van de zondeval op weg naar de catastrofe. Zijn leven gaat naar beneden, in de richting van het oordeel en de eeuwige dood. Maar midden in die catastrofe staat het bewijs van Gods liefde voor de mens: het kruis van Jezus op Golgota. Iedereen die zich bekeert verandert de richting van zijn leven:
- van de catastrofe, de weg omlaag, van God af
- naar de anastrofe, de weg omhoog, naar God toe. Gods beeld in de mens wordt hersteld en je gaat je oude roeping vervullen

Het moment van omkeer is in het Grieks epistrofe. Je verandert je leven van richting en bestemming. Je geeft toe dat je tot nu toe verkeerd hebt gehandeld. De dingen die je deed doe je nu niet meer. Je maakt andere keuzes.
Bekering in bijbelse zin heeft nog een tweede aspect. Anders leven komt voort uit een verandering van je denken, diep in je hart. Bekering betekent dus ook een andere gezindheid (metanoia): niet meer ik-gericht, maar God-gericht.

De twee onderdelen van bekering zijn berouw en geloof.
Matteüs 4:17
Handelingen 2:38, 3:19                                                  
Romeinen 2:4
2 Petrus 3:9

Bekering
= berouw over wat je hebt gedaan
= een verandering van je denken
= een nieuwe houding tegenover je daden

Reddend geloof
1. Kennen – het besef wie God is, het begrijpen van zijn beloften in het evangelie en de feiten over Christus’ werk (Romeinen 10:12-17).
2. Erkennen – dat de feiten onder 1 kloppen (bijvoorbeeld Johannes 6:69 en 20:30-31)
3. Vertrouwen – door toe-eigening de vorige twee aspecten op jezelf toepassen. Dit is een daad van de wil (bijvoorbeeld Johannes 3:16).

Apologetiek 16

Geloven en me bekeren, dat doe ik misschien later nog wel eens
- Ik wil eerst nog even van het leven genieten
- Dan geef ik m’n wil en m’n leven uit handen. Ik ben bang voor wat er dan gaat gebeuren. Misschien word ik wel gehersenspoeld zoals in een sekte
- Ik begrijp het nog niet zo goed allemaal

Reageren


Vraag 101. Wat betekent wedergeboorte?

Apologetiek 17  
Ik geloof in reïncarnatie
Is wedergeboorte hetzelfde als reïncarnatie?
Reïncarnatie is een heidens begrip, dat ervan uitgaat dat een mens meerdere levens heeft, eigenlijk een kringloop van levens. Dit wordt bijvoorbeeld geleerd in het hindoeïsme en in de new-age.
Veel mensen geloven in reïncarnatie en zien het als aannemelijk en verheven.
Maar wat is de betekenis ervan en wat zijn de consequenties voor de waarde van het (dagelijks) leven en de uniciteit van de mens?

1. De persoonlijkheid van de mens heeft niet echt betekenis, want in een volgend leven is jouw persoonlijkheid misschien ‘verpakt’ in een slang of een koe.
2. Reïncarnatie biedt de mogelijkheid tot herstel in een volgend leven. Dit staat haaks op het bijbelse gegeven dat we maar één leven hebben en dus geen ‘herkansing’ krijgen.
3. Maatstaf voor de situatie in een volgend leven is de manier waarop je nu leeft. Je kunt jezelf dus ‘redden’ door goed te leven. Dit staat tegenover de bijbelse gegevens dat je niets kunt doen om jezelf te redden.
4. Het leven wordt een eindeloze opeenvolging van reïncarnaties. Niemand voldoet aan alle eisen, dus komt niemand ooit uit de cirkel. Het is een uitzichtloze molen.

De bijbel leert dat de mens één leven heeft
Hebreeën 9:27

Door de zonde is dat van God afgekeerd. De mens die zich bekeert, krijgt van God een cadeau: de wedergeboorte
Johannes 3:3-8

De wedergeboorte is het werk van de heilige Geest in de mens. Zo krijgt hij deel aan het leven van God
Johannes 1:13

Hij ontvangt de natuur (de genen) van God
2 Petrus 1:4

Het Nieuwe Testament noemt een paar onderdelen in het proces van deze vernieuwing die de heilige Geest bewerkt: overtuiging, roeping, verlichting en versterking.

1. De heilige Geest overtuigt de wereld en dus de mens persoonlijk (zie Johannes 16:8-11) van: - persoonlijke zonde
- de gerechtigheid van God die heiligheid eist
- een besef van Gods komende oordeel zodat degene zijn heil gaat zoeken bij Jezus. Zonder deze overtuiging ziet hij de noodzaak hiertoe niet.

2. Gods roeping tot het behoud gaat samen met de verkondiging van het evangelie
2 Tessalonicenzen 2:13-14

Paulus zegt daarom dat God mensen door zijn woorden oproept
2 Korintiërs 5:20

3. De persoon begrijpt de ernst van zijn situatie en de waarheid van Gods oplossing. Zonde verblindt de mens (zie 2 Korintiërs 4:4). Duidelijk inzicht kan alleen God geven (zie vers 6). Dit doet de heilige Geest
1 Korintiërs 2:10

4. De heilige Geest maakt berouw en geloof mogelijk
1 Korintiërs 2:4-5

De heilige Geest werkt in het denken en de wil van de mens. Hij versterkt de wil, zodat een mens het goede gaat wensen. Hij helpt ons nee te zeggen tegen zonde en ja tegen het evangelie.

Reageren


Vraag 102. Wat zijn kenmerken van het behoud van een christen?

De werkelijkheid van ons behoud is niet gebaseerd op onze emoties of onze ervaring, maar op Gods belofte, zijn woord dus.
1 Petrus 1:23

Als de onderdelen van het geloof niet in de juiste volgorde staan, stagneert de trein of haak je af. 
-   De feiten moeten betrouwbaar zijn, anders is er geen gezonde basis voor geloof. Feiten zijn de beloften die God in zijn woord geeft
-   Je koppelt je leven aan deze feiten vast als je gaat geloven 
-   Hierna kun je je redding al of niet ervaren, maar je ervaring bepaalt niet of je echt gered bent. De feiten blijven altijd de basis.

Deze drie aspecten van behoud staan in Romeinen 6:22 bij elkaar
1. ‘Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God
2. oogst u toewijding aan hem
3. en zelfs het eeuwige leven.’

Het tweede aspect is overigens in werkelijkheid geen keurige rechte lijn, maar een grillig groeiproces, waarin we allerlei hoogte- en dieptepunten ervaren

Er is geen verband met menselijke verdienste. Een mens hoeft er helemaal niets voor te doen en kan dat ook niet
Efeziërs 2:8-9

Het behoud heeft een eeuwig karakter. Je raakt het nooit meer kwijt
Johannes 10:28

We leren het behoud alleen kennen door openbaring. God laat het ons zien door de heilige Geest
Johannes 16:8

Jezus heeft het bewerkt, alleen hij is de Redder
Handelingen 4:12

Reageren


Vraag 103. Wat biedt het behoud in Christus mij persoonlijk?

2. Negatief

Het werk van Christus bevrijdt ons van veel negatieve zaken:

Christus’ werk is de basis voor onze reiniging van de zonde
1 Johannes 1:7-9

Christus heeft ook de zonden vóór het kruis weggedaan
Romeinen 3:26

Hij heeft de macht van onze zondige natuur verbroken
Romeinen 6:1-10
Romeinen 7:23-25

Jezus bevrijdt ons van de oneer en schaamte die onze overtreding bracht
Hebreeën 12:2

Christus is het einde van de wet van Mozes als (onhaalbare) basis voor onze gerechtigheid
Romeinen 10:4 (NBG)

Christus redt ons van de komende toorn van God
1 Tessalonicenzen 1:10

Het werk van Jezus is de basis voor het oordeel over Satan en zijn demonen:
Kolossenzen 2:15
Johannes 12:31

3. Positief
Wat het behoud in Christus ons positief biedt:

We zijn onderdeel van Gods eeuwige plan
Romeinen 8:28-29

We worden door wedergeboorte hersteld in onze positie als kind van God
Johannes 1:12

We zijn door God ’tot zoon/dochter gesteld’
Efeziërs 1:4-5 (NBG)

We hebben het eeuwige leven ontvangen
1 Johannes 5:11

We zijn een nieuwe schepping met een nieuwe natuur
2 Korintiërs 5:17

We zijn een deel van het lichaam van Christus
1 Korintiërs 12:13

De gerechtigheid van Christus wordt ons toegerekend. In Gods ogen zijn we nu volmaakt en door hem aanvaard
Romeinen 5:1

We zijn uit de duisternis in het licht geplaatst
Kolossenzen 1:13

Christus geeft ons kracht om het christelijke leven te leven
Galaten 2:20

We zijn verbonden met Christus en hebben gemeenschap met hem
- We zijn deelgenoot van het leven van Christus
Kolossenzen 1:27

- We zijn deelgenoot in de positie van Christus
Efeziërs 2:6

- We zijn deelgenoot in het dienen van Christus
1 Korintiërs 3:9

- We zijn deelgenoot in het lijden van Christus
Filippenzen 1:29 
1 Tessalonicenzen 3:3

- We zijn deelgenoot met Christus in het gebed
Johannes 14:12-14

- We zijn deelgenoot in de verloving met Christus
Efeziërs 5:25-27

- We zijn deelgenoot in de verwachting van Christus      
Titus 2:13

We hebben een nieuwe positie:
Filippenzen 3:20
Efeziërs 2:19
1 Petrus 2:5-9

Deze positie geeft ons de zekerheid van de toekomstige erfenis:
Efeziërs 1:18
1 Petrus 1:5

Reageren


Vraag 104. Kan een christen nog zondigen?

Sommige mensen zeggen: ‘Je blijft tot je dood toe een zondaar, daar kun je niets aan doen.’ Anderen zeggen: ‘Een echte christen kan niet meer zondigen.’ Beide groepen beroepen zich op teksten in dezelfde brief, namelijk 1 Johannes 1:8-10 en 3:6-10.

Als iemand christen wordt, ontvangt hij een nieuwe natuur
2 Petrus 1:3-4
Efeziërs 4:24
Kolossenzen 1:27
Efeziërs 3:17

Deze verbondenheid met Christus is de kern van het christelijke leven. De nieuwe natuur is sterk en kan niet zondigen, want die is uit God.

Maar hiernaast blijft de oude natuur van de mens bestaan zolang wij hier op aarde leven
Romeinen 6:10-14
2 Korintiërs 5:6-10

We mogen als christen niet naar de oude mens luisteren, maar horen die ‘af te leggen’. Die oproep zou overbodig zijn als die oude natuur zou zijn verdwenen op het moment dat wij tot geloof komen.
Niemand kan dus zeggen dat hij niet meer zondigt of zelfs dat hij niet meer kán zondigen, zoals sommige heiligingsgroepen beweren. We hebben voortdurend reiniging en heiliging nodig
2 Korintiërs 7:1
1 Johannes 3:6-10

De drie krachten die het christelijke leven in ons blokkeren zijn
Het vlees (onze oude, zondige natuur)
Romeinen 7:17-18

De wereld (het wereldsysteem dat niets met God te maken wil hebben)
1 Johannes 2:16

De duivel (tegenkrachten)
1 Petrus 5:8-9

Het bijbelse begrip ‘het vlees kruisigen’ betekent ‘niet voeden’ zodat je er geen ruimte aan geeft.

Het is als een GSM die werkt pas als de accu voeding heeft. Als je de accu van je GSM niet oplaadt, kán de GSM niet werken. Zo moet je het vlees (dat er zal zijn zolang we leven) niet voeden of opladen.

We worden op aarde niet volmaakt, maar mogen toch leren leven vanuit de vergeving en de overwinning
Spreuken 24:16
Judas 24
Dit is het proces van heiliging

Reageren


Vraag 105. Wat betekent heiliging?

Het werk van de heilige Geest in de gelovige eindigt niet bij de bekering en wedergeboorte.

Heiliging
= ‘apart zetten voor God’
= ‘wijden aan God’ (NBV)

Oude Testament

Heilig wordt gebruikt voor plaatsen, dieren, tijdstippen en mensen. Maar het begrip wordt bovenal gebruikt voor God
Leviticus 11:44

God is uniek, anders dan de andere goden en anders dan alle schepselen.

Iemand kan zichzelf heiligen (2 Kronieken 29:5) of hij kan worden geheiligd door iemand anders (Exodus 19:10-11). Dit kan met behulp van rituelen zoals offers (Exodus 29:10-11), wassingen (29:4) of zalving (29:7).

In het Oude Testament gaat het niet zozeer om daden die heilig zijn, maar om een positie van heiligheid, omdat degene aan God is gewijd (Exodus 28:41).

Nieuwe Testament

Heilig is de naam van Christus (Johannes 10:36) en vooral van de Geest.

Alledrie de personen van de Drie-eenheid zijn bij de heiliging van de gelovige betrokken(Johannes 17:17, 1 Korintiërs 1:2 en 1 Petrus 1:2).

Heiliging betekent een nieuwe positie voor God (2 Tessalonicenzen 2:13). Maar het slaat (nu meer dan in het Oude Testament) ook op morele kwaliteiten (Efeziërs 5:27). Het is verbonden met gehoorzaamheid (1 Petrus 1:2) en met onze levensstijl (Romeinen 6:22 en Hebreeën 12:14).

Het is dus een positie die we ontvangen in Christus: we zijn apartgezet en behoren aan God toe (1 Korintiërs 1:2). God geeft ons dit in zijn genade.

Christelijke moraal is daarom niet in de eerste plaats gericht op daden, maar is gebaseerd op een positie. Vanuit deze positie worden ons karakter en ons gedrag bepaald, in samenwerking met de heilige Geest (Hebreeën 12:14).

Dit is een proces van groei (Filippenzen 3:12-14 en 2 Korintiërs 3:18).

De heilige Geest steunt ons in de strijd tegen verleiding (1 Korintiërs 10:13) en zonde (Romeinen 8:12-14). De gelovige moet zich hiervoor inzetten (2 Petrus 1:5-11). Maar nogmaals: onze heiliging is in Christus. We hebben heiliging dus niet begrepen als het ons tot dadendrang leidt, waarmee we (soms onbewust) denken ons heil weer te moeten verdienen (of terug te kunnen betalen).

Wanneer bereiken we ‘de volmaakte mens’, ‘de volle wasdom’ en ‘de volheid van Christus’ (Efeziërs 4:13)?

Paulus benadrukt dat hij deze perfectie nog niet had bereikt (Filippenzen 3:12-14) en dat ook niet verwachtte vóór zijn dood (2 Timoteüs 4:7). ‘Volmaakt’ betekent niet ‘zonder zonde’, maar ‘in een gezond evenwicht zijn’.

In het jagen naar perfectie kun je jezelf een paar vragen stellen:
- Wat is je motief? Is dat Gods eer of wil je jezelf beter voelen?
- In hoeverre maakt het je trots? Hoe kijk je bijvoorbeeld naar christenen die ‘nog niet zover zijn als jij’?
- Of ga je jezelf juist haten omdat je niet zo ver bent als die ander?
- Welke boodschap straal je uit naar niet-christenen door je nadruk op prestatie en perfectie?

Het leven van Jezus heeft twee kanten. Deze twee kanten horen voor altijd bij hem. Aan de ene kant heeft hij zijn leven gegeven en heeft hij onze zonden gedragen. Het beeld hiervan is het crucifix: Jezus die sterft aan het kruis. Maar het sterven van Jezus is niet het einde, hij is opgestaan uit de dood en heeft de macht van de zonde overwonnen. Het beeld hiervan is het lege kruis.

Deze twee aspecten van Jezus’ werk voor ons horen bij elkaar: de ene kant van het kruis is het lijden, de andere kant is de opstanding. Jezus draagt voor altijd de littekens van zijn dood in zijn lichaam.

Deze twee kanten gelden ook voor ons. Aan de ene kant leven we in een nieuwe positie, onze zonden zijn vergeven, de heilige Geest woont in ons. Aan de andere kant blijft de invloed van zonde, ziekte en pijn doorwerken. Als je een van de twee kanten losmaakt van de andere, zal je leven uit balans raken en word je óf overmoedig (‘Ik leef in de overwinning en sta boven de zonde en de gevolgen ervan’) óf depressief (‘Het wordt nooit wat met mij, ik kom hier nooit overheen’). Op de lange duur kun je met geen van deze visies leven.

We hebben een gezond ritme nodig van berouw, schuldbelijdenis, ontvangen van vergeving en vol vreugde de weg met Jezus vervolgen.

O Heer, vergeef mij mijn zonden
Vergeef mij de zonden van mijn jeugd
En de zonden van mijn ouderdom,
De zonden van mijn ziel
En de zonden van mijn lichaam
Mijn verborgen en mijn stille zonden
Mijn arrogante en mijn grove zonden
De zonden die ik heb gedaan om mijzelf te behagen
En de zonden die ik heb gedaan om anderen te behagen.
Vergeef mij de zonden die ik ken,
En de zonden die ik niet ken;
Vergeef ze, o Heer,
Vergeef ze in uw grote barmhartigheid. Amen.

Lancelot Andrews (1555-1626)

Reageren


Vraag 106. Hoe wordt onze heiliging geblokkeerd en wat is er aan te doen?

God wil onze heiliging. Daarom wil hij alles wat dit in de weg staat weg doen. Hij wil ons genezing (in de betekenis van groei naar heelheid) geven.

Er zijn vier gebieden waar ons innerlijk leven is aangetast door de zonde. Het is belangrijk om deze vier aspecten te onderscheiden, zodat je op ieder terrein de nodige maatregelen kunt nemen om te kunnen groeien. Bij ieder aspect worden voorbeelden genoemd.

1. Zonden zijn foute daden waarvoor we zelf verantwoordelijk zijn
2 Samuël 11

2. Wonden zijn het gevolg van het kwaad dat anderen ons aandoen

Zonden en wonden openen vaak een deur voor machten die groter zijn dan wij zelf. Je raakt een deel van je keuzemogelijkheid kwijt, je verbindt jezelf ermee. Dit mondt uit in

3. Bonden zijn het verlies van (een deel van) je vrije keuze, waardoor je vastzit aan zonde, zoals Zacheüs en de rijke jongeling vastzaten aan hun geld. Het kan ook voortkomen uit blootstelling aan occulte of onreine zaken, kwetsende woorden, roddel of misbruik
1 Samuël 18

4. Honden zijn een beeld voor demonische, duivelse tegenkrachten. Iemands psyche wordt dan gefragmenteerd, overgenomen door externe machten
1 Samuël 28

Ons leven wordt op deze manier gebroken, de eenheid en harmonie is weg. Maar Jezus wil ieder aspect van onze ziel genezen. In dat genezingsproces moeten we deze vier gebieden niet door elkaar halen. Ieder aspect heeft zijn eigen oplossing.

1. Zonden – vergeving
2 Samuël 12
Matteüs 9:6 

2. Wonden – genezing
Jezus is de heiland, de heelmaker, de arts. Hij geneest herinneringen, onze wil, ons denken, en hij wil ons helpen degenen die ons hebben beschadigd te vergeven.
Johannes 4:1-42

3. Bonden – losmaking
Lucas 19:1-10
Johannes 21:15-23

4. Honden – uitdrijving
De evangeliën staan vol verhalen over hoe Jezus mensen bevrijdde van demonische machten
Marcus 5

Bij ieder probleem is een juiste diagnose belangrijk. Wonden moet je niet behandelen als zonden. Vaak is er sprake van een combinatie van factoren. Een wond wordt veroorzaakt door zonde en kan leiden tot een binding, maar ieder aspect moet apart behandeld worden. 
Psalm 103:1-5

Reageren


Vraag 107. Hoe zit het met lichamelijke genezing?

Als Jezus zoveel aspecten van ons leven wil behouden, geldt dit dan ook voor ons lichaam?

Jezus begon zijn werk met te zeggen dat hij herstel van de totale mens kwam brengen
Lucas 4:18-19

Dit omvat de totale mens, dus ook lichamelijke genezing en sociale rechtvaardigheid
Matteüs 4:23 en 9:35

De evangeliën staan vol verbazingwekkende genezingen die Jezus deed
Matteüs 10:1

Ook in de rest van het Nieuwe Testament zien we genezing van ziekten
Handelingen 3:1-10
Handelingen 5:12-16
Handelingen 9:32-42

Instructies rond gebed voor genezing vinden we in Jakobus 5:14-16

Genezing is dus niet slechts een persoonlijke aangelegenheid, maar een zorg van de hele gemeente. Belijdenis van (persoonlijke) zonde kan een onderdeel van dit proces zijn.

Een paar observaties over genezing
- Nog steeds worden er zieken genezen door gebed
- We mogen God nooit dwingen om te doen wat wij willen
- We moeten erkennen dat er beperkingen blijven: we leven niet meer in het paradijs en ook nog niet in de hemel
- Ook de mensen die door Jezus zijn genezen, zijn uiteindelijk allemaal toch gestorven. Zelfs Lazarus is opnieuw gestorven
- Lichamelijke ziekte en genezing hebben ook te maken met de ‘tussenperiode’ waarin wij nu leven. Het koninkrijk van God is nog niet in haar volheid aanwezig

Reageren


Vraag 108. Kan een christen zijn behoud verliezen?

De bijbelse gegevens over het behoud van de christen benadrukken dat onze verlossing afhangt van God en niet van de mens.

1. Lichaam
De heilige Geest maakt de gelovige deel van het lichaam van Christus
1 Korintiërs 12:13

2. Bewaring
Het is de bedoeling van de Vader om ons te bewaren dwars door alle dingen in het leven heen
Johannes 10:29
Judas 24

3. Herder
De Heer Jezus is de goede herder die zijn leven inzet voor de schapen
Johannes 10:11 en 15-16
Johannes 10:27-28

4. Verzegeld
De heilige Geest verzegelt de gelovige tot de wederkomst
Efeziërs 1:13 en 4:30

5. Zekerheid
Een overtuigend gedeelte over heilszekerheid is
Romeinen 8:29-39

Reageren


Vraag 109. Doet het er dan niet toe hoe wij leven?

Paulus is hier heel duidelijk over in Romeinen 6:1-2. Het doet er natuurlijk toe!
Orthodoxie (rechte leer) moet samengaan met orthopraxie (recht leven).             
1 Korintiërs 3:10-18

Er wordt in het Nieuwe Testament vaak gesproken over het loon dat de gelovige ontvangt, maar ook kan mislopen
Filippenzen 3:12-14
2 Timoteüs 4:7-8
Openbaring 3:11
1 Korintiërs 9:24-27

Het ‘loon’ dat je als christen ontvangt is niet bestemd voor jezelf, of voor je eigen eer. Als we straks bij God zijn zullen we onze krans uit dankbaarheid neerleggen voor zijn troon
Openbaring 4:10

Reageren


Vraag 110. Wat is bidden precies?

Als het contact met God is hersteld, mogen we volop met hem leven en communiceren. Daarbij speelt gebed een grote rol. Maar dan moeten we eerst weten wat bidden precies inhoudt.

Gebed wordt wel genoemd ‘de ademhaling van de ziel.’ Bidden is praten met God en het voorrecht van iedere gelovige.

De bijbel kent verschillende soorten gebed:
Psalm 118:5                               
Psalm 51:6                                   
Filippenzen 4:6                         
Genesis 18:22-23                     
Psalm 27:7-9 en Jesaja 12      
1 Timoteüs 4:3-4                       
Nehemia 2:4                              
Daniël 6:11-12

Het mooiste voorbeeld van gebed zien we in het leven van Jezus. Hij bracht heel veel tijd door in gebed, om alles wat er gebeurde met zijn Vader te bespreken.
Aan het begin van zijn bediening
Marcus 1:35
Voordat hij zijn discipelen uitkoos
Lucas 6:12
Toen het heel druk was
Matteüs 14:23
Toen hij voor de moeilijkste taak in zijn leven stond
Matteüs 26:36-46

Jezus benadrukt dat wij in zijn naam mogen bidden. Hij geeft ons bij wijze van spreken zijn persoonlijke pinpas, zodat we kunnen opnemen wat we nodig hebben
Johannes 15:7

Gebed speelde een centrale rol in het leven van de gemeente. Als de gemeente bidt, antwoordt God
Handelingen 1:24-26
Handelingen 4:24-31
Handelingen 6:6                                                                                                      
Handelingen 13:3
Handelingen 16:25

God luistert niet naar formele gebeden, die opgezegd worden vanuit een religieus plichtsbesef, of om je voor de mensen vroom voor te doen.
Matteüs 6:2, 7 en 16

Reageren


Vraag 111. Verhoort God alle gebeden?

De bijbel noemt twee manieren van bidden

1. Bidden naar Gods wil
Het gebed naar Gods wil mogen we bidden ‘in naam van Jezus’.
Dit gebed hoort en verhoort God, omdat het pleit op de duidelijke beloften in Gods woord.
Matteüs 18:19-20
Johannes 14:13-14
1 Johannes 3:22
1 Johannes 5:14

Bij je gebedsonderwerp moet je een duidelijke basis in Gods woord vinden (zie Johannes 15:7). Als je dat duidelijk hebt, kun je op basis daarvan volhouden totdat je het hebt gekregen.

2. Uw wil geschiede
Maar van veel dingen waarvoor we bidden geldt: ‘uw wil geschiede’. Dit gebed bad zelfs Jezus, Gods Zoon. Het geldt dus zeker voor ons! We moeten erkennen dat Gods wil veel hoger is dan de onze. Wij kunnen met onze beperkte blik vaak niet overzien wat het beste is.
Matteüs 6:10
Matteüs 26:42

Er zijn drie mogelijke antwoorden op deze gebeden: God zegt ‘ja’ of ‘nee’ en soms zegt hij ‘wacht’.

Reageren


Oefening 15

Studie verzoening

De volgende bijbelgedeelten gaan over verschillende aspecten van de verzoening:
Exodus 25
Leviticus 16
Romeinen 3
2 Korintiërs 5
Hebreeën 9

Lees deze bijbelgedeelten door. Let hierbij op de twee aspecten van de genoegdoening/verzoening:
- op God gericht
- op ons gericht

Gebruik deze gedeelten voor je stille tijd. Vul zoveel mogelijk je eigen naam in en noteer wat Jezus voor jou heeft gedaan. Laat de beelden die hierin voorkomen op deze manier tot je doordringen.
Neem steeds een paar dagen lang de tijd om de beelden te bestuderen en op je eigen leven toe te passen. Bedank God voor alles wat hij voor je doet/heeft gedaan

Reageren


Oefening 16

Je erfenis in Christus

Door geloof en wedergeboorte ben je verenigd met Jezus. Je hebt zijn leven ontvangen en deelt in zijn geweldige erfenis. Bekijk opnieuw vraag 103. Gebruik de gegevens in deze vragen om te beseffen wat je door het werk van Jezus hebt ontvangen.

Noteer bij ieder onderdeel van je erfenis:
- Wat het voor jou persoonlijk betekent
- In hoeverre je leeft vanuit het bezit ervan
- Welke stappen je wilt zetten om te groeien in het bezitten van je erfenis

Reageren


Oefening 17

Op weg naar heelheid in Christus

Gebruik vraag 106 om de vier gebieden van je leven onder de loep te nemen. Waarin worden je leven en je groei geblokkeerd? Neem tijd om de verschillende gebieden door te bidden.

Reageren


Oefening 18

Jezus en gebed

Door Jezus’ werk hebben wij toegang tot ‘de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden’ (Hebreeën 4:16).

Hoe ervaar jij het dat je voor Gods troon mag komen? Denk na over dit beeld en hoe het je manier van bidden en omgaan met God beïnvoedt.

Bestudeer het gebedsleven van Jezus. Zijn manier van omgaan met de Vader is een voorbeeld voor ons.

Neem als uitgangspunt voor deze studie over gebed de teksten in vraag 110 en 111. Gebruik ook Johannes 14-17. Hier wordt veel gezegd over de intieme band die wij net als Jezus met de Vader mogen hebben. Personifieer de teksten en noteer wat je kunt leren voor je eigen gebedsleven.

Reageren


Add Comment

Reageer op dit onderwerp! De webredactie plaats dan je reactie online (Je emailadres wordt uiteraard niet op de website gepubliceerd).



Klik hier voor een nieuwe code.