Alles over... de mens
Hoofdstuk 5
Waar komen we vandaan, waarom zijn we hier en waar gaan we naartoe?
Antropologie: de leer van de mens
(antropos = mens)
Een mensbeeld geeft antwoord op de vraag ‘wie is de mens?’ Het behandelt
- de oorsprong van de mens (vraag 73 t/m 74)
- het doel en het functioneren van de mens (vraag 75 t/m 79)
- de zondeval en de gevolgen hiervan (vraag 80 t/m 83)
- het herstel van de mens (vraag 84 t/m 90)
Introductie op het hoofdstuk 5
Welke mensbeelden kom je in de wereld om je heen tegen?
Denk aan:
- Reclame (bladen, kranten, affiches, radio en tv)
- Je favoriete tv-programma’s
- Internet
- Regels op school
- Boeken die je hebt gelezen
Denk je dat deze beelden invloed op je hebben?
Hoe?
De moderne mens ziet zichzelf als
- een product van tijd en toeval
- een hoogontwikkeld dier, ontstaan in de loop van miljoenen jaren en door middel van duizenden mutaties
- in deze evolutionaire ontwikkeling geldt the survival of the fittest, de wet van de sterkste. Zo krijg je automatisch een sterk ras
Wat zijn de gevolgen van de evolutietheorie voor allerlei ethische zaken?
Denk aan
- de zin en waarde van rechtvaardigheid
- sociale zorg
- abortus
- euthanasie
Citaat
‘Tegen de doodstraf, maar voor abortus… Leg dat eens uit’
Veel moderne wetenschappers gaan uit van evolutie en proberen van daar uit de vraag te beantwoorden wie we zijn. Dan is de mens het product van een serie externe factoren die je niet zelf kunt beïnvloeden. Het wezen en het gedrag van de mens liggen grotendeels vast in zijn genen en in zijn omgeving. Voor de autonomie (vrije wil) van de mens is dan weinig ruimte.
Toch benadrukken sommige stromingen binnen de psychologie en de filosofie dat er een groot verschil is tussen mens en dier. Wij zijn als enige in staat om onze omgeving te controleren. Door zelfreflectie kunnen we onszelf overstijgen. Dat we anders zijn en los staan van de rest van de wereld zorgt voor een groot probleem: we kunnen binnen deze wereld geen zin en vervulling vinden. Dat moeten we dus buiten deze wereld vinden.
Ten diepste is de vraag ‘Wie ben ik?’ dus een religieuze vraag. Los van God is de mens (hoe begaafd en uniek ook) uiteindelijk niet meer dan ‘een zeepbel in de zee van het niets.’ Of zoals Prediker dit mensbeeld beschrijft: ‘lucht en leegte’.
Het bijbels mensbeeld is totaal anders. In de bijbel is de mens veel meer dan een product van tijd en toeval. Hij is het mooiste van heel de schepping, gemaakt naar Gods beeld, het enige wezen op aarde dat contact met God kan hebben.
Genesis 1:27
Opdracht
Lees Psalm 8:6-7 en zet drie dingen op een rij over de waarde van de mens
- Vers 6
We zijn ‘bijna goddelijk’. We lijken heel veel op God. Van heel de schepping staat de mens het dichtst bij hem.
- Vers 6
We zijn gekroond met glans en glorie. De mens is de kroon op de schepping, het belangrijkste, de sluitsteen. Zonder jou is de schepping niet af.
- Vers 7
God heeft ons de aarde toevertrouwd. We hebben de opdracht er als koning over te heersen. Dat geeft alles wat we doen een grote betekenis.
In het Nieuwe Testament komen er bij dit rijtje nog een drie aspecten bij. Dat is nodig, omdat de zonde onze positie en waarde erg heeft beschadigd. Jezus kwam om onze waarde als mens te herstellen.
- 1 Petrus 1:19
We zijn duur betaald en dus erg waardevol
- Hebreeën 2:11-12
Jezus noemt ons zijn broeders en zusters
- Hebreeën 2:17-18
Jezus vindt ons zó belangrijk dat hij er alles aan wil doen om te zorgen dat het goed met ons gaat
Wat heb je aan deze zes punten als je naar jezelf en je eigen leven kijkt?
Beïnvloedt het hoe je met anderen omgaat?
En met de schepping?
Discussie
‘De mens is van nature goed’
Memorisatieverzen
Psalm 8:5-7
‘Wat is de sterveling dat u aan hem denkt,
het mensenkind dat u naar hem omziet?
U hebt hem bijna goddelijk gemaakt,
hem gekroond met glans en glorie,
hem toevertrouwd het werk van uw handen
en alles aan zijn voeten gelegd.’
Handelingen 17:28
‘Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: ‘Uit hem komen ook wij voort.’
Jeremia 1:5
‘Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had ik je al aan mij gewijd.’
Reageer op de introductie van Hoofdstuk 5
Vraag 73. Wat is de mens - volgens de wetenschap?
Er zijn stromingen binnen de menswetenschappen die ieder een verschillende visie op de mens hebben:
Het materialisme
- ziet de mens als niet meer dan materie, dat vanzelf tot een hoger ontwikkeld organisme is geëvolueerd. Dit is een gevolg van ‘toeval’ en tijd
- de menselijke persoonlijkheid en geest zijn toevallige producten van materiële processen
Welke consequenties heeft dit mensbeeld voor de waarde van onze persoonlijkheid en de menselijke ziel/geest?
Het idealisme
- de zichtbare, aardse werkelijkheid (waaronder ons lichaam) is slechts als bijzaak of schijn. Daarom is het onbelangrijk of zelfs minderwaardig
- het gaat om het innerlijke, het geestelijke
Welke consequenties heeft dit mensbeeld voor de waarde van materie en van ons lichaam?
Het pragmatisme
- vindt de twee vorige uitgangspunten niet zo belangrijk
- richt zich op het praktische leven in het nu, het gedrag van de mens als product van zijn ervaringen en zijn omgeving
Vraag 74. Wat is de mens - volgens de bijbel?
De mens is geen product van tijd en toeval, een schakel in de evolutie, zoals het materialisme leert. Hij is geen tijdelijke vorm van een ‘idee’ of een belichaming van ‘karma’ (kosmische schuld) zoals het idealisme zegt. Hij is ook niet te verklaren als hoogstens een product van verleden, omgeving en relaties, zoals het pragmatisme doet.
Je bent op aarde omdat God je heeft gewild
Volgens de bijbel was Adam een historisch figuur. Uit Adam en Eva is heel het menselijke geslacht voortgekomen
1 Kronieken 1:1
1 Korintiërs 15:20-22
De mens is heel anders dan de dieren
Genesis 1:21 en 24-25 (NBG)
- Er is een onoverbrugbare kloof tussen mens en dier
- Mens en dier zijn geschapen ‘ieder naar zijn aard’
- Dit sluit iedere gedachte van ‘evolutie’ van diersoorten naar mens uit
- Het maakt zoeken naar de ‘ontbrekende schakel’ overbodig en zinloos
Geschapen zijn naar Gods beeld wijst op een speciaal ontwerp, een bijzonder doel. Dit doel is dat we het wezen van de Schepper in de schepping weerspiegelen, hem kennen, eren en dienen.
Moeten wij de beschrijving van die schepping letterlijk opvatten of is het gewoon een mooi poëtisch verhaal?
Behalve in Genesis wordt de schepping van de mens ook duidelijk genoemd in andere delen van de bijbel
Exodus 20:11
Psalm 8:4-7
Psalm 33:9
Johannes 1:2
Hebreeën 11:3
Apologetiek 11
‘Evolutie’ is toch wetenschappelijk bewezen?
Drie opmerkingen vooraf
1. De bijbelse verhalen zijn geen wetenschappelijke verhandelingen. De wetenschap stelt de vraag ‘hoe’, de theologie gaat in op de vraag ‘met welk doel’. Ze hebben daardoor allebei een heel andere benadering.
2. Het evolutionisme (als poging om het hele bestaan te verklaren) is niet te verenigen met de bijbelse visie die God als Schepper ziet.
3. Het is onmogelijk om op een wetenschappelijke manier één van beide hypothesen te bewijzen, omdat dit buiten het bereik van de wetenschappelijke methodes ligt. Je kunt wél de twee hypothesen naast elkaar zetten en op een rij zetten welke van de twee het meest waarschijnlijk is.
Dus het scheppingsgeloof zit niet in de beklaagdenbank.
We hebben gewoon te maken met twee visies over het ontstaan en het doel van de wereld.
Evolutie is dus (net als de schepping) niet wetenschappelijk bewezen.
Veel wetenschappers accepteren evolutie als hypothese, niet als feit.
Ze steunen het bij gebrek aan beter.
Het bijbelse model van de schepping is voor hen onaanvaardbaar, want dan is het gevolg dat ze God moeten erkennen als Schepper en dat heeft veel consequenties. Het is zoals Paulus zegt
Romeinen 1:18-23
Zowel schepping als evolutie is dus een hypothese.
Het evolutionisme is niet wetenschappelijker dan het creationisme.
De oorsprong van de mens en zijn wereld heeft geen mens meegemaakt. Engelen hebben het wel gezien
Job 38:2-13
Om de schepping te erkennen is geloof nodig, dat wil zeggen aanvaarden wat God ons heeft geopenbaard. Maar de evolutionist heeft ook ‘geloof’, namelijk in datgene wat zijn theorie als ‘begin’ aanneemt.
Charles Darwin zei zelf: 'Elke vraag naar de oorsprong van het leven is hopeloos.' Voor veel mensen is de evolutiehypothese tot een evolutiegeloof geworden.
Vraag 75. Hoe zit de mens in elkaar?
Het Griekse denken leert een tweedeling van de mens: lichaam tegenover geest (dualisme). Het éne (het stoffelijke lichaam) wordt gezien als minderwaardig aan het andere (het immateriële).
Het lichaam is dan de gevangenis van de geest.
Sommige theologen menen dat de mens uit drie delen bestaat (trichotomie) op grond van
1 Tessalonicenzen 5:23
Hebreeën 4:12
- Lichaam (hiermee nemen we deel aan de zichtbare, geschapen wereld)
- Ziel (de zetel van de persoonlijkheid die onze wil, ons verstand en onze emoties omvat)
- Geest (het op de hogere dingen en op God gerichte deel van de mens)
Anderen gaan hierin minder ver en maken alleen onderscheid tussen het materiële (lichaam) en het immateriële (ziel/geest) aspect van de mens. Dit noemen we dichotomie.
Zij zien de ziel dan als de grotere eenheid waarbinnen de geest functioneert.
Maar de mens is ten diepste een eenheid. Iedere onderverdeling in tweeën of in drieën is niet meer dan een poging de werkelijkheid wat beter te begrijpen.
Je kunt de onderdelen nooit van elkaar losmaken. De menselijke persoonlijkheid is dus een eenheid, maar met een aantal verschillende functies.
In het Joodse denken horen de diverse delen bij elkaar, er is geen scheiding. De onderdelen worden nooit tegenover elkaar gezet, maar hebben allemaal hun eigen plaats in het grotere geheel.
De woorden nephesh (ziel) en ruach (geest) overlappen elkaar.
Ook in het Nieuwe Testament overlappen psyche (ziel) en pneuma (geest) elkaar.
De mens is anders dan de dieren. Dieren zijn alléén ‘uit aarde’ (Genesis 2:19).
God zelf blaast in een speciale daad de mens de levensadem (‘ruach’) in (2:7).
Dat maakt de menselijke ziel totaal anders dan een dier.
Overigens wordt het begrip ziel soms ook gebruikt voor dierlijk leven
Genesis 6:17 en 7:15
De mens is ook anders dan de engelen die alléén geest zijn en geen materieel lichaam hebben:
Hebreeën 1:7 en 14
Vraag 76. Wat betekent het dat de mens ‘beelddrager van God’ is?
Dat geldt niet letterlijk voor het lichamelijke aspect van de mens
Johannes 4:24 God is Geest
Exodus 20:4 wij mogen ons geen voorstelling maken van Gods vorm of gestalte
Het beeld van God in de mens geldt niet uiterlijk, maar innerlijk: in onze persoonlijkheid, ons verstand, zelfbewustzijn en morele besef (geweten).
Psalm 89:11 en 14
Mormonen zeggen op basis van zulke verzen dat God wel degelijk een lichaam heeft. Het staat er toch letterlijk? Hoe moet je deze tekst uitleggen?
Gods beeld dragen heeft gevolgen voor hoe we in de schepping staan
1. We hebben een speciale positie. De rest van de schepping verkondigt ‘automatisch’ Gods eer (Psalm 19:2), maar God wil dat wij bewust kiezen voor gehoorzaamheid aan hem (Genesis 2:16-17)
Door allerlei keuzes te maken gebruiken we ons gezag over de schepping
Genesis 2:15
2. Het betekent grote verantwoordelijkheid.
Iedereen is persoonlijk verantwoording schuldig tegenover God.
Welke gevolgen heeft deze verantwoordelijkheid voor hoe je in de wereld staat, hoe je omgaat met mensen, met dieren en met de schepping?
3. Het is de basis voor de waardigheid van ieder mens.
We zijn als het ware persoonlijk een portret van God in deze wereld.
Ieder mens is uniek en waardevol.
Welke gevolgen heeft de waardigheid van de mens voor de verschillende rassen, culturen en achtergronden?
De zondeval heeft het beeld van God in de mens diep beschadigd en misvormd.
Een twistpunt is hoeveel er van Gods beeld in ons is overgebleven.
Is het beeld van God in de mens slechts een beetje beschadigd of is het totaal verdwenen?
Jezus Christus is de perfecte beelddrager
2 Korintiërs 4:4
Kolossenzen 1:15
In hem mogen wij delen in dit voorrecht
2 Korintiërs 3:18
De voltooiing van ons beelddrager-zijn ligt in de toekomst
Romeinen 8:29
1 Johannes 3:2
Dit gevormd worden naar het beeld van Christus begint bij onze bekering en wordt afgerond als Jezus terugkomt
Filippenzen 1:6
Welke gevolgen heeft deze informatie voor hoe je jezelf ziet?
Welke gevolgen heeft dit beeld voor hoe je met je lichaam omgaat (sporten, eten, roken, seksualiteit, drank, drugs, etc.)?
Welke gevolgen hebben deze aspecten voor hoe je met anderen omgaat?
Veel mensen hebben een beschadigd zelfbeeld.
Dit komt vaak door negatieve ervaringen in het verleden.
Omdat iemand bijvoorbeeld tegen ons heeft gezegd: ‘Wat zie jij er stom uit’ gaan we het geloven. Deze leugens kunnen ons leven verlammen of blokkeren. Dan wordt het een vloek.
We mogen de leugens vervangen door de woorden die God tot ons spreekt: we zijn van grote waarde. Denk dus niet te klein over jezelf. We behoren God toe en vertegenwoordigen hem op aarde. Ons lichaam is zelfs een tempel voor Gods Geest.
1 Korintiërs 6:19
Vraag 77. Wat is het hoofddoel van de mens?
De Engelse Westminster (korte) Catechismus zegt over het hoofddoel van de mens dat we zijn geschapen ‘om God te verheerlijken en hem voor eeuwig te behagen’.
Wat kun je met deze uitspraak? Hoe beïnvloedt het je leven?
Heeft God ons dan nodig? Heeft hij onze bewondering nodig?
Heeft hij ons uit frustratie geschapen omdat hij zo alleen was?
Vanaf het begin was het Gods doel om een diepe band met ons te hebben en ons te laten delen in zijn liefde.
Deze liefde bestond al tussen de drie personen van de Drie-eenheid.
God wilde ons in deze relatie betrekken als in een stroom van leven, zorg en kracht. Zo tilt hij ons leven op een hoger niveau.
1 Korintiërs 1:9
1 Timoteüs 6:12
Over de inhoud van dit eeuwige leven zegt Jezus tegen zijn Vader
Johannes 17:3
Het gaat dus om het kennen van God en het ervaren van eenheid met hem.
Vraag 78. Wat is de menselijke persoonlijkheid?
Onze persoonlijkheid blijkt uit ons bewustzijn, het vermogen om zelf keuzes te maken, richting aan ons leven te geven en hierop te reflecteren.
De onderdelen van de persoonlijkheid zijn
- Verstand: het vermogen om te denken, om te begrijpen
- Gevoel, emoties: bijvoorbeeld het vermogen om lief te hebben, om schoonheid en kwaad te ervaren
- Wil: het vermogen om beslissingen te nemen, het goede te kiezen en in actie te komen
In deze opzichten lijkt de mens op God
Genesis 1:1-28
Uit Genesis 2 en 3 blijkt dat Adam als eerste mens volledig over deze vermogens beschikte en ze ook gebruikte. Hij was dus bepaald geen onderontwikkelde wilde. Gezien zijn zondeloze toestand was hij waarschijnlijk veel begaafder en sterker dan wij. Hierbij speelt een rol dat de zonde en degeneratie hun intrede nog niet hadden gedaan.
Zijn verstand blijkt uit het feit dat hij alle dieren een naam gaf
Genesis 2:19-20
Zijn gevoel blijkt uit het missen (en later waarderen) van een partner
Genesis 2:20 en 23-24
Zijn wil blijkt uit de beslissing om zelfstandig te handelen
Genesis 3:6
De ziel is een kostbaar aspect van de mens
Spreuken 4:23
Matteüs 10:28
Onze ziel is de kern van ons leven die we blijken te kunnen ‘behouden’ of ‘verliezen’. ‘Behouden’ betekent dat onze ziel groeit en rijpt, volwassen wordt
Matteüs 16:25
Hebreeën 6:19
Wanneer ontstaat de (ziel van de) mens?
1. Pre-existentie theorie
God heeft bij de schepping alle zielen van alle mensen geschapen.
Bij de conceptie voegt God dan een al bestaande ziel aan een lichaam toe.
Deze visie vind je bijvoorbeeld in het Griekse denken, in het Hindoeïsme, in de theosofie en bij Mormonen. Ook de reïncarnatiegedachte komt voort uit de pre-existentiegedachte: een ziel kan meerdere keren incarneren. Iedere ziel is een individu, maar niet ieder fysiek mens hoeft een nieuw individu te zijn.
2. Creatietheorie
Volgens de creatietheorie schept God de ziel bij of na de conceptie.
Teksten die hierbij passen zijn Jesaja 42:5 en Zacharia 12:1.
Probleem: God heeft dan sinds de zondeval steeds zondige zielen geschapen en is zo in feite verantwoordelijk voor het kwaad.
3. Traducianisme
Dit zegt dat de ziel (net als het lichaam) wordt voortgeplant door de ouders. Lichamen planten lichamen voort, zielen planten zielen voort.
Lichaam en ziel ontstaan bij de conceptie.
Teksten die hierop lijken te wijzen zijn
Johannes 1:13
Genesis 5:3
Hebreeën 7:10
Vanaf wanneer is een mens een mens?
Wanneer begint het menselijk leven?
Bij de conceptie, de innesteling van de bevruchte eicel in de baarmoederwand, enkele maanden hierna of bij de geboorte?
Wat zijn de gevolgen van deze verschillende visies voor zaken als abortus, anticonceptiemiddelen en geboorteregeling?
Vraag 79. Wat is je geweten?
Het geweten
= het morele bewustzijn van de mens
= het vermogen goed en kwaad te onderscheiden
= het vermogen tegenover God verantwoording af te leggen
Paulus zegt
Romeinen 2:15
De ziel is vooral het vermogen tot bewustzijn
De geest is met name het menselijk vermogen tot Godbewustzijn en de zetel van het geweten
Het Latijnse woord voor geweten is con-sciëntie of ‘samen-weten’.
Je beseft dat wat God zegt waar is, je hebt het ‘geweten’.
In ‘geweten’ zit ook het woord ‘wet’: God heeft zijn wet in ons hart gelegd of geschreven. Door ons geweten kunnen we ons leven op Gods wet afstemmen en leven zoals het is bedoeld
Romeinen 9:1
1 Timoteüs 1:5
1 Petrus 3:16
Ook ons geweten is aangetast door de zonde. Dit geldt bij verschillende mensen in verschillende mate. Het geweten functioneert niet meer zoals het is bedoeld
1 Timoteüs 4:2
Titus 1:15
Hierdoor kunnen mensen zondigen zonder zich schuldig te voelen. Maar dat betekent niet dat ze niet schuldig zijn.
Evolutie en creationisme kijken heel verschillend naar de oorsprong en de betekenis van goed en kwaad, en de functie van ons geweten.
Zet de twee visies en de consequenties ervan op een rij.
Vraag 80. Wat is er bij de zondeval precies gebeurd?
Sommigen zien de zondeval als een niet-historische mythe.
Maar volgens de bijbel is de zondeval een historische gebeurtenis.
Wat is het gevolg als we Genesis 3 als niet-historisch zien?
God heeft van tevoren gezegd over de boom van de kennis van goed en kwaad
Genesis 2:17
Maar Adam en Eva luisteren naar Satan
Genesis 3:1
De slang zaait twijfel over Gods gebod. Hij verdraait Gods woorden.
Zijn verhaal lijkt interessant en logisch. Eva ziet hoe aanlokkelijk het verhaal is en gaat twijfelen aan Gods goede bedoelingen.
Niet alleen Eva is aanwezig, Adam blijkt naast haar te staan.
Door de vrucht te nemen overtreedt de mens de door God gestelde grenzen.
Zo is de mens God ongehoorzaam geworden en in hem heel de mensheid.
Het gevolg is zijn toorn over onze zonde en de eeuwige dood
Romeinen 5:12
Johannes 3:36
Hebreeën 9:27 (NBG)
Wat er in Genesis 3 stierf was niet het lichaam, maar de geest van de mens, zijn luister, zijn vermogen om intiem contact met God te hebben.
Daarmee verloor de mens de gave die hij van God ontvangen had
Genesis 3:8
Efeziërs 2:5
Adam heeft, als zoon van God, de naam van zijn Vader beledigd door te luisteren naar Satan, Gods vijand. Hij koos openlijk voor de kant van de vijand en bracht zo schande over heel het menselijk ras.
Dat besef bracht schaamte
Genesis 3:7-9
Als (in een oosterse cultuur) een zoon zijn vader openlijk heeft beledigd, wordt hij uit de familie gezet en weggestuurd. Vanwege de schande werden Adam en Eva uit het paradijs gezet.
Door zijn zonde kwam de mens, en mét hem de aarde, onder de vloek te staan
Genesis 3:17
Romeinen 8:20
Zo werd de totale mensheid gescheiden van God
Genesis 3:24
Romeinen 6:20-21
Efeziërs 2:1-3
Vraag 81. Wat zijn de gevolgen van de zondeval?
‘Wandel’ = strofe (Grieks)
De weg van de mens was eerst mét God, maar is sinds de zondeval naar beneden, omlaag gericht, in het Grieks kata.
De toestand van de mens nu kun je beschreven als catastrofe zoals in
2 Timoteüs 2:14
2 Petrus 2:6
Ons leven is nu van God afgekeerd, naar beneden gericht.
Zonde betekent het doel missen (van de mens uit gezien) en tekortschieten (van God uit gezien).
Romeinen 3:23
Praktisch betekent het dat de mens niet langer op God en naar buiten gericht is, maar zich naar binnen keert. De mens wordt introspectief.
Het is erg overdreven van God om de mens vanwege één fout zo erg te straffen
Gevolgen van de zonde
Samenvatting van de toestand van de mens als gevolg van de zonde:
Vervreemding |
Van God, anderen, de schepping en ons echte ik |
Veroordeling |
Juridisch gezien moet God ons straffen |
Schande |
We hebben God beledigd en oneer aangedaan |
Verslaving |
We zijn in de greep van een boze, vreemde kracht (die we niet zelf kunnen kiezen) |
Verdorvenheid |
We kunnen onszelf niet redden of veranderen |
De gevolgen van de zondeval zijn catastrofaal. De bijbel schildert de trieste situatie:
1. Voor de mens in het algemeen
- Wat eerst een keuze was, wordt nu een verslaving
Johannes 8:34
2 Petrus 2:19
- Schaamte, de eer van de mens is aangetast
Genesis 3:10
- Ziekte, verval en dood, het tragische einde van het leven
Genesis 3:19
1 Korintiërs 15:22
Hebreeën 2:14-15
2. Voor de vrouw
Genesis 3:16
3. Voor de man
Genesis 3:17-19
Gods bedoeling was dat we voortdurend op hem gericht zouden zijn zodat we Gods stem kunnen horen. God kan ons zo onze identiteit en waarde geven, onze levensopdracht duidelijk maken en persoonlijk leiden.
Maar in plaats van rechtop te staan en naar God te luisteren, hebben we ons na de zondeval gebogen naar de wereld om ons heen. Daar zoeken we onze bestemming, bevestiging en leiding. Man en vrouw hebben sinds die tijd allebei hun specifieke kwetsbaarheid.
- De vrouw buigt zich naar de man om van hem haar waarde en bevestiging te ontvangen
Genesis 3:16
- De man zoekt waarde en vervulling in zijn werk en buigt zich daarnaar
Genesis 3:17
4. Voor de aarde
Genesis 3:17-19
Romeinen 8:20-21
5. Voor de slang
Genesis 3:14-15
Leven onder de zon
De gevolgen van de zonde worden uitgelegd in het boek Prediker.
Een kernwoord in dit boek is ‘ijdelheid’ (NBG) of ‘lucht en leegte’ (NBV).
Door de zonde is het hele leven op aarde beschadigd. Alles is vanaf nu tijdelijk: alles gaat voorbij. Alles wat we doen kost veel inspanning en gaat weer verloren. Daarom:
Prediker 1:2-11
Prediker 3:1-8
Prediker onderzoekt het leven op aarde, los van God.
Daarom gebruikt hij steeds de term ‘onder de zon’.
Je kunt vanaf de aarde God niet meer zien vanwege de wolk van zonde die tussen ons en God in staat. We leven in de schaduw, niet meer in het volle licht van God.
Vanaf de zondeval is de entropiewet in werking.
Deze wet zegt dat alles in de natuur streeft naar het laagste niveau van structuur en energie. Aan zichzelf overgelaten raakt alles in de wereld in verval, het roest, veroudert, etc. De hele schepping verliest haar luister.
De mens is uit het paradijs verdreven. We blijven terugverlangen naar wat we hebben verloren, maar we kunnen er onmogelijk terugkeren
Genesis 3:23-24
Romeinen 3:12
Romeinen 5:12
Vraag 82. Is het wel eerlijk dat door de zonde van één mens alle mensen moeten boeten?
Apologetiek 12
Wij zitten opgescheept met de foute keus van de twee eerste mensen.
Maar het is niet een kwestie van eerlijk of niet.
Het is een kwestie van oorzaak en gevolg.
Romeinen 5:12-14
Die eerste mens Adam was als het ware de poort waardoor heel het menselijk ras dodelijk besmet is geraakt.
Het doet er zelfs niet toe of iemand even erg gezondigd heeft als Adam, of hij een ‘zware zondaar’ is of een ‘fatsoenlijke zondaar’. Want alle mensen hebben gezondigd, alle mensen missen het doel, alle mensen schieten tekort, niemand is nog volmaakt.
Het is geen kwestie van meer of minder erg, het is een zaak van positie.
Vraag 83. Wat betekent zonde?
Zonde heeft veel verschillende aspecten. Dat blijkt uit de vele woorden die de bijbel ervoor gebruikt:
1. Zonde (hamartia)
= je doel missen, tekort schieten, falen, struikelen, vallen, dwalen.
Dit is het meest gebruikte woord
Psalm 32:1
Psalm 51:4
Romeinen 3:23
Romeinen 8:3
2. Overtreding (parabasis)
= de grens overschrijden, ergens komen waar je niet mág komen
Romeinen 4:15
3. Ongerechtigheid (adikia)
= een afwijking van dat wat recht is
Romeinen 1:18
4. Misstap (paraptoma)
= ernaast vallen, bewust een foute stap zetten, kiezen om je niet te onderwerpen aan Gods gezag
Matteüs 6:14
5. Wetteloosheid (anomia)
= Gods wetten naast je neerleggen, geestelijke anarchie
1 Johannes 3:4 (NBG)
6. Ongehoorzaamheid (parakoe)
= de stem duidelijk horen, maar niet doen wat er wordt gezegd
Romeinen 5:19
7. Ongeloof (apistia)
= niet op God willen vertrouwen
Matteüs 17:17
Zonde is niet alleen een foute daad, het is ten diepste een foute houding.
De kern van ZONDE is eigenlijk ZONDER God willen zijn, je eigen weg willen bepalen los van hem.
Uit die houding komen alle andere zonden voort.
Vanuit ons persoonlijk ‘controlecentrum’ (ons hart) beïnvloedt zonde ons hele systeem:
1. Zonde vervuilt onze gedachten, woorden en daden.
Romeinen 1:21
2. Het verduistert ons onverstandig hart en maakt ons leven zinloos
1 Timoteüs 6:5
1 Korintiërs 2:14
2 Korintiërs 4:4
3. Het verziekt onze geest zodat we de waarheid niet meer kunnen begrijpen
Romeinen 8:7-8
4. We zijn Gods vijanden geworden
Titus 3:3
5. Ook onze emoties zijn erdoor aangetast. We zijn verslaafd aan ‘allerlei begeerten en lusten’
Romeinen 2:14-15
6. Hoewel de mens nog goede dingen kan doen, liggen er egoïstische motieven achter.
Paulus gebruikt het begrip ‘zonde’ (hamartia) in drie betekenissen:
1. Persoonlijke zonde
Of iets nu opzettelijk is gedaan of uit onwetendheid: ieder mens is persoonlijk verantwoordelijk voor wat hij doet.
2. Zondige natuur
Deze tweede betekenis wordt ook wel genoemd ‘erfzonde’, de ‘oude mens’ of het ‘vlees’. Dit is de degeneratie van ons menszijn die Adam en Eva als een gevaarlijk besmettelijk virus aan alle mensen hebben doorgegeven.
Hierdoor is ieder mens vanaf de geboorte een zondaar.
3. Toegerekende zonde
De zonde van Adam wordt alle mensen toegerekend door overdracht, omdat hij hen als hoofd van het menselijk ras allemaal vertegenwoordigt. Zonde wordt dus direct overgedragen op ieder mens. Vanaf dat moment wordt ieder mens onder de vloek geboren. Het gevolg ervan is de lichamelijke dood.
Romeinen 5:12
Soort zonde |
Tekst |
Gevolgen |
Overdracht |
Herstel |
Persoonlijke zonde |
1 Johannes 1:9 Romeinen 3:23 |
Verlies van de gemeenschap met God |
Geen |
Vergeving |
Zondige natuur |
Psalm 51:5 |
Geestelijke dood, |
Indirect |
Rechtvaardiging, |
Toegerekende zonde |
Romeinen 5:12 |
Lichamelijke dood |
Direct |
Toegerekende gerechtigheid |
Het proces van zonde wordt uitgelegd in Jakobus 1:14-15
1. Dat wat verboden is trekt je aan, omdat het aansluit bij een behoefte en daarin lijkt te voorzien. Het raakt in je begeerte. Het lokt je en sleept je mee. Je moet een keuze maken: ga ik hierop in of loop ik weg? Als je wegloopt, is het gevaar voorbij.
2. Als je niet wegloopt, maar kiest om je behoefte te gaan vervullen, kom je in de volgende fase: de begeerte wordt bevrucht. Vanaf dit moment is de vraag alleen nog wanneer de uitvoering plaatsvindt.
Maar zolang je de daad nog niet hebt uitgevoerd kun je nog terug en je keuze veranderen.
3. De volgende stap: de daad: je voert de keuze uit. De zonde is nu een feit. Er is geen weg meer terug. Je kunt het niet meer ongedaan maken.
4. De laatste fase: zonde leidt uiteindelijk tot de dood. De verschillende dimensies van zonde
Zonde heeft
- een geestelijke dimensie (het blokkeert en/of bederft je contact met God)
- een psychische dimensie (het brengt verwarring en chaos in jezelf)
- een sociale dimensie (het verstoort de relatie met anderen)
Als iemand niet in God gelooft, zal hij de geestelijke dimensie niet erkennen.
Maar de andere dimensies zal hij wél in zijn leven ervaren.
Psychische gevolgen zijn bijvoorbeeld: schuldgevoelens, een negatief zelfbeeld, angst, zelfhaat, depressie, jaloezie, etc.
Sociale gevolgen zijn bijvoorbeeld: ruzie, eenzaamheid, gebroken relaties, etc.
Pas na zijn dood zal de mens zich volledig moeten verantwoorden voor zijn daden die dan eeuwige geestelijke gevolgen blijken te hebben.
De maatstaf bij al deze aspecten van zonde is wat God heeft gezegd over goed en kwaad. Dat zijn Gods eeuwige leefregels of wetten.
Apologetiek 13
Ik geloof niet in God en hoef met zijn wetten dus geen rekening te houden
Maakt het uit hoeveel zonden je in je leven doet?
Met andere woorden, is de ene zondaar slechter of beter dan de andere?
Romeinen 3:23
Jakobus 2:10
Vraag 84. Had God de zondeval niet kunnen voorkomen?
De enige manier zou zijn geweest om de mens geen vrije wil te geven.
Dat God de mens een vrije wil heeft gegeven is geen teken van zijn onverschilligheid, maar van zijn liefde. Hij wilde geen mensen die automatisch zouden doen wat hij wil, hij wilde juist dat we bewust voor hem zouden kiezen.
Is er nu niets meer aan de situatie van de mens te doen?
1. Wedergeboorte
God roept de mensen op tot een nieuw begin in het contact met hem. Dit gebeurt door een nieuwe geboorte, de start van een nieuw leven. Dit is Gods werk in de mens: de wedergeboorte.
Johannes 3:3
Johannes 3:8
1 Petrus 1:3
2 Petrus 1:4
2. Bekering
Vanuit de menselijke verantwoordelijkheid gezien is het nieuwe begin bekering. Dit heeft een dubbele betekenis, die blijkt in de Griekse woorden:
- epistrophe: zich omkeren, veranderen van richting
- metanoia: een nieuwe gezindheid, anders gaan denken
Gods werk (wedergeboorte) en de beslissing van de mens (bekering) gaan hierbij samen. Het is als twee kanten van één en dezelfde munt.
Maar het initiatief ligt altijd bij God
1 Johannes 4:19
Hierdoor kunnen we weer contact hebben met God
Romeinen 8:10-16
1 Korintiërs 2:14-16
Vraag 85. Bestaan er nu dan twee soorten mensen?
Er bestaan volgens 1 Korintiërs 2:14-3:1 (NBG) nu drie soorten mensen
1. De ongeestelijke of natuurlijke mens
1 Korintiërs 2:14 anthropos psuchikos
NBV ‘een mens die de Geest niet heeft’
Hij heeft geen contact met God
1 Korintiërs 2:14-15
Judas 19
Wat iemand doet is ongerechtigheid en leidt tot de dood
Romeinen 6:23
Romeinen 7:5
2. De geestelijke mens
1 Korintiërs 2:15 en 3:1 anthropos pneumatikos
NBV ‘een mens die de Geest wel bezit’
Voor hem staat de heilige Geest centraal
Romeinen 6:11
Romeinen 8:10
2 Korintiërs 5:17
3. De vleselijke mens
1 Korintiërs 3:1 anthropos sarkikos
Hij is christen geworden, maar geestelijk is hij niet gegroeid. Hij is een klein kind gebleven. De vleselijke christen heeft zich na zijn bekering amper ontwikkeld.
Hij blijft onvolwassen en kinderlijk.
Galaten 5
Vraag 86. Moet je als christen voortdurend sterven, jezelf doden en kruisigen?
Apologetiek 14
Als ik die christenen zie, dan hoeft het van mij niet. Ze mogen een heleboel dingen niet die juist leuk zijn.
Met ieder aspect moeten we op een eigen manier omgaan.
De vernieuwing van ons leven werkt op verschillende manieren.Er zijn drie ‘krachtbronnen’ in de ziel van de mens die hem motiveren en tot actie aanzetten: behoeften, verlangens en begeerten.
1. Behoeften van ons lichaam (zoals honger en dorst, rust, activiteit en seks) zetten ons aan tot actie om voor onszelf te zorgen zodat we gezond blijven.
2. Verlangens zijn de dingen die we graag willen, waar we naar uitzien (zoals het verlangen om iets heel goed te doen, het verlangen naar voorspoed, invloed, vriendschap, een partner).
3. Begeerten en hartstochten gaan over de manier waarop we onze verlangens willen bereiken.
Er zijn goddeloze begeerten die vanuit het vlees komen (bitterheid, woede), maar ook godvruchtige begeerten.
Begeerten kunnen dus op twee verschillende bronnen zijn aangesloten: het vlees of de Geest.
Hoe kunnen we als christen met deze verschillende aspecten van onze ziel leren omgaan? Hoe krijgen ze allemaal de juiste plek in ons leven?
1. Behoeften moeten we leren beheersen en zo in de juiste banen leiden.
Dat proces vormt een onderdeel van de opvoeding.
Het is als goede gewoonten in de ziel ‘planten’, goede grenzen aan onze seksualiteit, etc.
1 Korintiërs 9:24-27
2. Verlangens hebben reiniging nodig: het vuur brandt het slechte erin weg, zuivert het goede en maakt dit nog mooier.
Sommige verlangens neemt God weg, andere vervult hij.
Weer andere verlangens leren ons wat wachten betekent.
Matteüs 16:22-23
3. Zondige begeerten en hartstochten moeten worden gedood door vervanging.
Waar eerst bijvoorbeeld woede of jaloezie op de troon regeerde, geeft God nu vrede en rust. In plaats van aangesloten zijn op de verkeerde bron (het vlees) sluit je je nu aan op de kracht van de Geest.
Galaten 5:16-24
Efeziërs 4:20-24
Kolossenzen 3:5-17
4. Schema
Krachtbronnen van onze ziel: |
Goed omgaan met deze krachtbron: |
Behoeften: eten, drinken, rust, seks, etc. |
Beheersing: goede grenzen stellen |
Verlangens: wat we graag willen zijn, doen en bereiken |
Reiniging: het verkeerde wordt weggenomen en het goede wordt gezuiverd |
Begeerten/hartstochten: hoe we het willen bereiken |
Vervanging: het zondige en zieke vervangen door het goede en gezonde |
Vraag 87. Wat moet je als christen zelf voor die vernieuwing doen?
Het vernieuwingsproces is als het aantrekken van nieuwe kleren.
Die nieuwe kleren krijgen we van Jezus.
Efeziërs 6:10-20
Dit hele proces is alleen mogelijk doordat we op een andere bron aangesloten zijn. Eerst waren we aangesloten op de kracht van het vlees, nu sluiten we onszelf aan op de kracht van de Geest.
Twee dingen die bij dit proces belangrijk zijn
1. De transformatie van de ziel van de christen gaat niet automatisch.
We moeten er steeds voor kiezen.
Soms maken we een verkeerde keuze en komen geen stap verder.
Steeds weer worden we opgeroepen de goede keuzes te maken
Efeziërs 4:17
Efeziërs 4:25
Kolossenzen 3:5
2. Het proces is ook niet magisch (een wonder dat God even voor ons doet).
We moeten samenwerken met God bij het herscheppen van onze ziel.
Als wij ons openstellen laat God niets onaangeroerd.
Hij doet het vriendelijk en ordelijk.
Filippenzen 2:12-13 (NBG)
God werkt zijn behoud in ons, maar wij moeten het uitwerken.
Het bouwen aan onze ziel is een avontuur.
God zal ons alles geven wat we nodig hebben om hem te kunnen gehoorzamen.
Zo groeit onze ziel, ons echte ik (de plaats in ons waar Christus woont).
Het einddoel van het geloof is de ‘zaligheid van je ziel’
1 Petrus 1:8-9 NBG
Je ziel neem je mee de eeuwigheid in.
Daarom is het belangrijk je ziel met zorg te vormen, te ontwikkelen.
Dat is een belangrijk thema in de eerste brief van Petrus.
1 Petrus 1:22
1 Petrus 2:11
1 Petrus 2:25
1 Petrus 4:19
Het gaat hierbij om de groei van je echte ik, je ware identiteit.
Het staat tegenover het valse of onechte ik, dat is gericht op zichzelf, eigen eer en succes. Ons echte ik kan alleen groeien in verbondenheid met Christus.
Vraag 88. Waarin functioneert een christen anders dan iemand die geen christen is?
Bij de natuurlijke mens is de ziel autonoom, omdat zijn geest dood is, gescheiden van God. De zonde tast het centrum van zijn wezen aan, de controlekamer van zijn leven. Zijn ziel raakt uit evenwicht.
De bijbel zegt heel harde dingen over de werkelijke situatie van de natuurlijke mens.
Zijn verstand en zijn hart zijn verblind en verduisterd
Romeinen 1:21
1 Korintiërs 2:14
2 Korintiërs 4:3-4
Efeziërs 4:18
Zijn gevoel misleidt hem in zijn begeerten en maakt hem pervers
Titus 3:3
Johannes 3:19
Zijn wil brengt hem tot slavernij. De zonde is een macht geworden die zijn leven beheerst. Achter deze macht zit de duivel
Johannes 8:34
Romeinen 8:7-8
2 Timoteüs 2:26
2 Petrus 2:19
Zijn geweten is besmet, het is een onbetrouwbaar kompas geworden
Titus 1:15
Jesaja 5:20
Soms gaat het nog een stap verder: de ziel van de natuurlijke mens kan verhard zijn tegenover God en openstaan voor de wereld van de boze geesten.
Hij kan zich bijvoorbeeld bezighouden met waarzeggerij, reiki, magnetisme, mediums, etc. Zo kan hij, hoewel hij verloren is, ervaringen hebben die diep religieus zijn. Zijn ziel kan dan een invalspoort worden van demonen, zodat hij terechtkomt in de occulte wereld van ‘de machten’
1 Korintiërs 10:20-21
1 Timoteüs 4:1
Vraag 89. Wat houdt de lichamelijke dood in?
Vraag 90. Is er leven na de dood?
Oefening 12
Oefening 13
Oefening 14
[some text here]
Add Comment